Hannekemaaiers.

De Hannekemaaiers waren trekarbeiders uit verschillende delen van Noord-Duitsland die in het voorjaar naar Nederland liepen om daar gras bij boeren te gaan maaien. In het najaar liepen ze weer terug naar huis.

Over paden en met de trekschuit.

De paden die zij namen lagen op de hoger gelegen zandruggen. De uitgestrekte veen- en moerasgebieden zorgde er voor dat men soms flink om moest lopen om op de plaats van betemming te geraken. Hierdoor was er dus een heel netwerk van paden ontstaan die door de trekarbeiders werden gebruikt. In Nederland werd ook met de trekschuit gereisd.

Verzamelpunten en vaste eet- en slaapplaatsen.

Omdat het reizen in die tijd nogal eens gevaarlijk kon zijn, reisden de Hannekemaaiers in groepen. Afhankelijk van het moment van reizen kon een groep bestaan uit trekarbeiders (Hollandgangers) met verschillende beroepen. Om in groepen te kunnen reizen had men verzamelpunten afgesproken. Dit waren bijzondere, duidelijk herkenbare plaatsen, zoals een oude eik, een grote steen of een brug. Onderweg waren vaak vaste plaatsen voor het eten en slapen.

Gevaarlijke reizen.

Natuurlijk gebeurde door al die jaren heen onderweg wel het een en ander. Vooral op de terugweg bezweken, de soms uitgeputte arbeiders, nogal eens. Er zijn meerdere meldingen van moorddadige overvallen. Ook berovingen binnen de eigen groep kwam voor. De laatste doodstraf met zwaard betrof een overval op trekarbeiders. Veel van deze incidenten zijn aanleiding geweest tot gedenktekens op de plek des onheils. Vele hiervan zijn nu nog aanwezig.

Meer aandacht.

Nu de laatste groep trekarbeiders langzamerhand begint uit te sterven, ontstaat er ook in Duitsland meer aandacht en meer respect voor deze groep. Dit heeft geleid tot o.a. standbeelden, aandacht in musea en de nodige publicaties. Naast de paden zijn dus ook de bovengenoemde sporen van toen en nu ingrediƫnten voor het Hannekemaaierspad.